In mijn beeldend werk zijn twee richtingen te herkennen, gestileerd, strak en figuratief met grovere structuren. Dit is vooral ontstaan doordat ik veel verschillende materialen gebruik. Met de zachte materialen als klei en was, ben ik al vroeg begonnen en dat waren voor mijn de ideale materialen om portretten en andere meer figuratieve beeldjes mee te maken. Zo ontstond ook een meer expressionistische benadering van werken, waarbij richting en gevoel belangrijker zijn dan detaillering.

Toen ik meer in harde materialen, als hout en steen ging werken, ontstonden juist meer abstractere en strakke beelden. Nog steeds is gevoel, richting en verhouding erg belangrijk, maar de uitstraling is door de vormgeving toch totaal anders, veel gestileerder en in meer of mindere mate abstract.

Brons en gips bijvoorbeeld vormen een soort tussen vorm, door hun karakter om vormen juist te kopiëren kan het beide kanten op gaan, door een afgietsel van de zachte klei of was te zijn, is het expressief, maar na uitharding kan ik met de afwerking kiezen voor meer stilering. Daarentegen kan ik een afgietsel van harde materialen juist weer voorzien van meer structuur en daardoor een nieuw uniek beeld creëeren.