Het portret is een vaak terugkerend thema in mijn werk.
Klei en boetseerwas zijn ideale materialen voor het maken van portretten. Voor het onderzoek naar vorm en verhouding leent dit materiaal zich uitstekend. Van het definitieve portret maak ik een mal en bronsafgietsel, tegenwoordig experimenteer ik ook met verschillende kunstharsen.

Bij het werken ben ik op zoek naar vorm door een objectieve empirische benadering, deze is groot en vrij van kortstondige expressies. Waardoor een verstilde, edele/waardige verbeelding van de mens en het menselijk leven tot stand kan komen en vanuit de individuele mens een meer algemene, tijdloze vorm geschapen kan worden, waarin het streven naar harmonie tot uitdrukking komt. Belangrijk vind ik ook het licht in mijn werk en of het kan stromen over het vormenspel of gevangen wordt in holtes en ruwheden. Alles is overdacht en de detaillering nooit overdreven. Door deze benadering vanuit de vorm ontstaat ook de herkenbaarheid, die in mijn optiek zit in de grote vormen en de verhoudingen en niet in de detaillering.
